Je merkt dat toetsen, examens of zelfs taken een struikelsteen vormen terwijl je weet dat de leerstof eigenlijk wel haalbaar is. Spanning belemmert leren door bijvoorbeeld heel veel maar weinig efficiënt te leren. Of net het omgekeerde: leren wordt vermeden. Mogelijk is er sprake van faalangst. Die drempel wegwerken, maakt van leren weer iets positiefs.
Bang zijn dat je iets niet kan: dat hebben we allemaal wel eens.
Als je erg vaak of heel erg bang bent om te mislukken, spreken we van faalangst. Op school zien we faalangst vaak bij toetsen en taken, en daar gaat deze pagina over. Kinderen en jongeren kunnen ook op andere vlakken faalangst hebben: ze kunnen bang zijn dat ze mislukken in de sportles, of dat het hen niet zal lukken om vrienden te maken op school.
Faalangst leidt niet noodzakelijk tot slecht presteren. Toch kan faalangst het je heel lastig maken.
Wie erg faalangstig is, probeert mislukken te vermijden. Sommigen doen dat door zich extreem in te spannen, zij hebben dan actieve faalangst. Anderen door helemaal niets meer te doen, zij hebben passieve faalangst.
Faalangst kan zich op verschillende manieren uiten, zowel tijdens het studeren (voorbereiding) als op school tijdens een opdracht of toets.
Wie leert, maakt fouten. Fouten maken is dus geen ramp. Wijs op wat wel goed gaat en waar je vooruitgang ziet.
Geef aan dat je ziet hoe de angst het soms lastig maakt.
Weet waar je kind goed in is en wat moeilijker gaat. De lat mag hoog liggen, maar niet onrealistisch hoog.
nagaan of de studierichting niet te zwaar is, maak een planning met ruimte voor ontspanning, praat eens met de leraar
nagaan of de eigen gedachten wel waar zijn en niet-helpende gedachten vervangen door helpende gedachten zoals 'ik moet niet perfect zijn', 'uit mijn fouten leer ik het meest', 'er zijn ook dingen die ik goed kan'. Dat helpt om rustiger te worden
Maak je je zorgen of heb je vragen over faalangst, neem dan gerust contact met je CLB.