Pesten heeft altijd nare gevolgen. Blijf niet bij de pakken zitten: we geven je informatie en tips om pesten aan te pakken.
Onderzoek toont aan dat 1 op 20 kinderen gepest wordt. Om het mikpunt van pesterijen te worden hoef je niets bijzonders te doen. Iedereen kan vroeg of laat gepest worden. En eens met pesten begonnen, is stoppen erg moeilijk. Pesten is een onderschat probleem.
Wie pest, wil dat zijn doelwit zich gekwetst, vernederd, afgewezen, uitgesloten... voelt. Het is opzettelijk en gericht op een of meer kinderen. Omdat het dikwijls stiekem gebeurt is het niet altijd zichtbaar voor leerkrachten en ouders.
Pesten heeft altijd nare gevolgen. Niet alleen voor de gepeste, maar ook voor de pester zelf en voor de omgeving. De gevolgen van pesten variëren naargelang het slachtoffer, hoe zwaar de pesterijen zijn en hoe lang ze duren. Een ding staat wel vast: het zijn altijd nare gevolgen.
Bijvoorbeeld:
Ook de pester kan zich eenzaam voelen. Hij loopt het risico slechter te gaan presteren op school, concentratieproblemen te krijgen en vroegtijdig de school te verlaten. Erger nog is de kans dat de pester agressief en zelfs crimineel gedrag gaat vertonen. In een klas waarin pestgedrag bestaat, leven vaak gevoelens van schuld, onzekerheid en onveiligheid.
Een makkelijke oplossing is er niet. Er zijn wel enkele dingen waar je als ouder van de gepeste, de pester of een ander kind uit de klas rekening kan mee houden.
Pesten mag je niet wegpraten. Het moet aangepakt worden door het gezin, door vrienden en vriendinnen, door de klas, door de leerkrachten. Ook het CLB kan hierbij helpen. Maak je je zorgen of heb je vragen over pesten, dan kan je uiteraard contact opnemen met je CLB. Het is goed om weten dat je ook buiten de school en in alle discretie bij het CLB kan aankloppen.